“Abraham liep daarna namelijk met de engelen en God mee,” leg ik aan hem uit. “Ik denk dat dit op deze wijze letterlijk genomen moet worden omdat de andere twee doorlopen naar Sodom(19:1) en God blijft met Abraham staan (vers 22). Daarna ging de Heer weg (vers 33). Voor mij lijkt dit sterk op een fysieke aanwezigheid,” is mijn mening. “Zoals jij het zegt lijkt mij juist wat je hier beweert,” is de reactie van Henry, “maar ik begrijp niet hoe je dan het probleem oplossen kan dat God geest (Johannes 4:24) is en geen mens (Hosea 10:9)?” Ik was nog niet klaar met het uitwerken van de fysieke aanwezigheid die God soms laat zien. Ik wilde dit eerst behandelen voordat ik verder ging met de natuur van God die niet fysiek is.
“Voordat ik aan de Geest van God toekom wilde ik graag nog enkele passages behandelen waar God in een fysieke gedaante tot een mens komt. In Genesis 32 vers 24 tot 32 wordt de worsteling van Jakob met God beschreven. In Hosea 12 vers 3 tot en met 6 wordt overigens ook gesproken van een engel: 'In de buik lichtte hij zijn broer de hiel,- man geworden heeft hij gevochten met God. Hij vocht met een engel en kon hem aan, wenend smeekte hij hem om genade; in Bet El vond hij hem, en dáár heeft hij met ons gesproken. De Ene, God de Omschaarde,- als Ene is hij te gedenken.'
Nadat de man die met Jakob vecht niet van Jakob blijkt te kunnen winnen wil hij gaan. Maar Jakob weigert hem te laten gaan tenzij hij hem zegent. Nadat de man om Jakobs naam gevraagd heeft en Jakob geantwoord heeft zegt hij het volgende in vers 29: Hij zegt:
'niet 'Jakob',- hij licht de hiel, zal nog worden gezegd als je naam, maar 'Israël',- vechter met God!- want gevochten héb je, met God en met mensen en je hebt overmocht!'
Jakob heeft met God gevochten, hij is echter niet gestorven. Sterker nog, hij heeft gewonnen! In Genesis 35 vers 9 tot en met 15 verschijnt God opnieuw aan Jakob. Hier noemt hij zijn naam: God de Almachtige (vers 11). God de Almachtige zijn we al eens tegengekomen en wel in Genesis 17 vers 1 en 2. Dit is de God van Abraham, Isaac en Jakob. Deze God wordt ook de Eeuwige God genoemd (Genesis 21:33, Exodus 3:15). Deze God kwam in een aanschouwbare gedaante bij Abraham en Jakob en at in Genesis 18. Hier smeekt hij, dat kan slechts God of de engel zijn, Jakob om genade. Het lijkt mij namelijk duidelijk dat het niet Jakob was die om genade smeekte want Jakob vocht en hij bleek de sterkste te zijn. In vers 27 is het ook degene die met Jakob vecht die vraagt om losgelaten te worden, het wordt namelijk ochtend.” Henry moet even nadenken. “Met wie vocht Jakob dan? De engel, God of allebei?” Zelf meen ik dat dit God geweest is, maar dat engel en God hetzelfde is. “In ieder geval met God,” leg ik uit. “Er staat namelijk dat Jakob met God worstelde. Hoe het dan met de engel zit verdient aandacht maar kan nog even wachten.” Henry vraagt mij om verder te gaan met mijn uitleg.
“Het gebeurt vaker dat God zich de titel almachtige en eeuwige geeft. In Exodus 3 en 4 kondigt God zich namelijk ook aan met de titel God van Abraham, Isaac en Jacob. Mozes, aan wie God zich aankondigt, kon God echter niet zien.” Henry meent dit ook al. “Er is maar een God. Je hebt nu dus een probleem met je theorie.” “Ik wilde graag even naar Exodus 15 vers 23 tot 26 kijken. '-Hij schreeuwt tot de Ene; de Ene wijst hem een stuk hout aan,- hij werpt dat in het water en zóet worden de wateren.-' Het zou kunnen dat dit op een hele vage en geestrijke manier gebeurt is. Daar heb ik zelf mijn twijfels bij.” “Maar het is wel mogelijk,” aldus Henry. “Ik kan je interpretatie wel volgen, maar het roept bij mij wel heel veel vragen op. Als God enig is, hoe kan Hij dan op het ene moment aanschouwbaar zijn en op het andere moment niet meer? Verder heb je nog niet uitgelegd hoe er dan gezegd kan worden dat God geest is (Johannes 4:24) en geen mens (Hosea 10:9). Daarnaast zegt geen van deze verzen iets over Jezus, de Christus.” De gedachte van Henry is een terechte gedachte. Het is aangetoond dat God soms in een fysieke een aanschouwbare gedaante tot mensen komt, maar het hoe en waarom heeft nog veel aandacht nodig. Net zoals Henry ben ik namelijk van mening dat de bijbel zichzelf niet tegenspreken zou. Henry: “Je zou toch niet willen beweren dat, omdat er geschreven staat: Gij zijt goden …(Psalm 82:6, Jesaja 41:23), er meerdere goden zijn zouden, of omdat er staat dat God boven alle goden verheven is dat deze goden werkelijk zouden bestaan?” “Dat was ik niet van plan,” zeg ik. “Er is maar een God en de afgoden zijn geen goden (Jeremia 2:11 en op vele andere plaatsen), en dat wil ik ook blijven benadrukken. Er zijn echter nog vele vragen die een antwoord verdienen. Daar wil ik nu graag mee verder gaan.”
No comments:
Post a Comment