Showing posts with label individualiteit. Show all posts
Showing posts with label individualiteit. Show all posts

Tuesday, January 12, 2010

De mens is filosoof

Grondmotief
Als filosoof ga je op zoek naar de gronden, naar de diepste gronden die je vinden kan. De vraag of er een waarheid is, wat dan die waarheid is, welke plaats de mens daarin inneemt, het zijn allemaal vragen naar de diepste grond. Maar de allerdiepste grond is míjn motief. Waarom doe ik dít? Is het omdat ik een mens ben, ieder mens houd zich automatisch bezig met filosofie? Ik geloof zeker dat dit waar is. Maar is dat mijn grondmotief? Of is dat slechts een menselijk mechanisme, een eigenschap van alle mensen. Want ik koos er bewust voor om niet alleen de filosofische vragen te stellen, maar ook om serieus te zoeken naar sluitende antwoorden op deze vragen, die zeer waarschijnlijk geen antwoord zullen kunnen krijgen. Waarom, houd ik mij dus bezig met de filosofie.


Ik sprak eens met Egbert Schuurman, filosoof, politicus en ingenieur, en hij had zich in zijn jonge jaren afgevraagd ‘waarom hij zich met techniek bezig hield.’ Dat, zo zeiden zijn leraren, is een filosofische vraag. Dezelfde vraag stel ik mij nu. Waarom houd ik mij bezig met de filosofie? Maar een antwoord op deze vraag kan ik juist niet in de filosofie zelf vinden. Want, het antwoord vanuit de filosofie zou zijn: Omdat je filosoof bent. En waarom ben je dan filosoof? Omdat je je bezig houd met de filosofie. Maar ieder mens op zich houd zich bezig met de filosofie, want het is de filosofie, het gebruik van het verstand, die de mens een mens maakt. Vanuit de filosofie kan ik mijn grondmotief dus niet vinden. En gelukkig maar, want de filosofie kan nooit de basis vormen voor de filosofie, er is een basis nodig die buiten de filosofie ligt.


Ik moet het antwoord op de vraag naar mijn grondmotief dus buiten de filosofie zoeken. De keuze voor de filosofie die ik aanhang hangt af van mijn grondmotief om de filosofie te bedrijven. Doe ik dat uit een diep verlangen naar fundament in mijn leven? Is het vanuit mijn kritische grondhouding? Is het vanuit een grenzeloze nieuwsgierigheid? Vele redenen zijn er om filosofie te bedrijven. Ik moest alleen de mijne vinden. Dat vergt een grondig zelfonderzoek. Daarvoor kon ik niet vertrouwen op de eigen ervaringen, hooguit kon ik de ervaringen gebruiken als een voorbeeld, als een metafoor om de dingen die ik ken te omschrijven. Want ervaringen worden geïnterpreteerd vanuit de eigen filosofie, en zonder eerst de grond van de eigen filosofie onderzocht te hebben kan de ervaring nooit worden gebruikt op een manier die doorslaggevend is. Lewis zegt: "What we learn from experience depends on the kind of philosophy we bring to experience. It is therefor useless to appeal to experience before we have settled, as well as we can, the philosophical question." (C.S. Lewis, Miracles, 1947, 9e druk, pagina 7)


Een mens
De taak die ik mijzelf gesteld had lag dus in een grondig zelfonderzoek. Dat is niet leuk. Tenminste, niet in mijn geval. Ik begon lekker makkelijk. Ben ik een mens? De vraag stellen is de vraag beantwoorden. Want alleen de mens stelt zichzelf existentiële vragen. Hoe weet ik dat? Dat weet ik niet. Ik ben er alleen van overtuigd. En dan kom ik al weer in het pad van de filosofie, en moest ik mij terugtrekken. Want hoe kon ik, op basis van mijn eigen vooroordelen iets over mijzelf zeggen? Ben ik dus een mens? Nee. Daar moest ik vanuit gaan totdat ik het tegendeel bewezen had. Wat is dus een mens? Ik besloot een heel flauw antwoord daarop te geven, want ik voelde al dat ik een andere richting uit moest zoeken. ‘Een mens,’ zo zei ik tot mijzelf, ‘is een individu binnen de mensheid.’  De mens, voor mij, is de homo sapiens. Sapiens, want de mens stelt zichzelf vragen. Kunnen we van de dieren zeggen dat ze zichzelf vragen stellen? Mogelijk. Dat maakt ze sapiens. Maar geen homo sapiens. Homo (in de zin van: mens) ben je door geboorte. Sapiens ben je door ontwikkeling. Ontwikkeling in de eerste plaats door vragen te stellen. Zo houd iedere mens zich bezig met de filosofie. Maar niet iedere mens is filosoof. Filosoof worden is een bewuste keuze van een individu binnen de mensheid. Ik heb gekozen voor de filosofie, maar daarvoor stelde ik mijzelf al vragen. Ik was toen al een mens.

Thursday, October 1, 2009

de drogreden van het individualisme

Dit opstel heb ik geschreven in het kader van de dag van het individu op 31 maart 2010.

Die Substanz erscheint zwar an der Individualität als das Pathos derselben, und die Individualität als das, was sie belebt, und daher über ihr steht; aber sie ist ein Pathos, das zugleich sein Charakter ist; die sittliche Individualität ist unmittelbar und an sich eins mit diesem seinem Allgemeinen, sie hat ihre Existenz nur in ihm, und vermag den Untergang, den diese sittliche Macht durch die entgegengesetzte leidet, nicht zu überleben.
Hegel, G.W.F. Phänomenologie des Geistes, pag. 377, 378)

In een eigen vrije interpretatie staat hier het volgende:
Weliswaar blijkt de individualiteit en het gevoel (pathos) in wezen hetzelfde te zijn, individualiteit is namelijk niets anders dan wat het individu beleeft, individualiteit staat dus boven het individu, maar ze is wel een gevoel dat aan het karakter verbonden is. De Ethische individualiteit is, zonder dat dit nog enige diepere grond nodig heeft, direct verbonden met algemene waarheden. Het bestaan van deze waarheden is voorwaarde om deze ethische kracht die individualiteit is, te laten voortbestaan.
Noot van de vertaler: Ik kan me voorstellen dat men dit een te vrije vertaling van de tekst vind. Nu is mijn Duits niet geweldig, en een vertaalmachine is ook niet alles. Ik heb geprobeerd zo veel mogelijk de geest van de tekst te volgen.

De filosoof Hegel staat bekend als dé individualiteitsfilosoof. In zijn fenomenologie heeft hij hier veel over geschreven. "individualiteit," zo zegt hij, "is dat wat zij (het individu) beleeft." Daarmee gaat het dus om het beleven vanuit de enkeling. Het gevoel van het individu is de maatstaf van zijn individualiteit. In tegenstelling tot veel moderne bronnen concludeert Hegel heel terecht dat individualisme vooral een gevoel is. In de psychologie herkennen ze dat gevoel ook nog wel, hoewel ze dat niet zodanig benoemen. Daar wordt het zelfbewustzijn genoemd, een woord dat ook door Hegel zelf is geïntroduceerd. Zelfbewustzijn is dat wat de mens tot mens maakt en de baby tot peuter. In Jip en Janneketaal uitgewerkt is de betekenis van het zelfbewustzijn: Ik Ben. Ik Ben is de kern van de zelfbewuste mens, samen met Ik Wil. Ik Ben is zijn karakter, Ik Wil is zijn vrijheid. Een beperkt karakter en een beperkte vrijheid. Want Ik Ben is niet veel zonder de velen die samen de gemeenschap vormen. Zonder hen blijft alleen het "Ik ben alleen" over. De Homo Sapiens noch de Homo Lupus, en ook de huidige mens niet, kan leven zonder de ander om haar heen. Evolutiepsychologen noemen de mensen daarom wel kuddedieren. Ik Ben zegt Homo Sapiens sinds zij bewust geworden is van zichzelf. Ik Wil zegt zij sinds zij gevallen is. Maar Ik Wil is slechts daar zolang er wat te willen valt. Zodra de mens niet krijgen kan wat zij wil is zij ontevreden. Het individu, de zelfbewuste mens, is niet geneigd het belang van de groep boven het eigen belang te stellen. De ander komt in Ik Ben noch in Ik Wil voor. In het individualisme is de mens dus alleen.

Evolutiepsychologen geven echter aan dat de mens, als kuddedier, het eigenbelang en het groepsbelang prima af kan wegen. Want in een kudde is het groepsbelang het eigen belang, tenzij de groep het belang van het belanghebbende individu niet voldoende in het oog houdt. Het individu moet dus de afweging maken tussen bij de groep blijven, en daarbij dus niet het eigen belang te laten prevaleren, of bij de groep weggaan, waarbij de voordelen van de groep wegvallen. De mens is dus niet alleen kuddedier, maar ook een kundige rekenaar. Daarbij gaan zij er echter aan voorbij dat het individualisme vooral een gevoel is. De mens lijkt in de eerste plaats een individualist te zijn, een einzelgänger, en slechts in de tweede plaats, omdat de voordelen van de groep zo evident zijn, een onderdeel van de groep. Daarbij staat de individualiteit boven het individu. Ik heb dat zo geïnterpreteerd omdat ik meen dat ook de bekende psycholoog Sigmund Freud het op deze wijze geïnterpreteerd heeft. De mens wordt niet voortgedreven door rekenkunde, maar door het gevoel. Dat is wat Freud de driften noemt. Dat het gevoel boven het individu uitgaat lijkt me voor de hand liggend. We zien namelijk dat de moderne mens, de Homo Lupus, steeds meer een einzelgänger wordt. Het kuddedier dat de wijze mens (Homo Sapiens) genoemd werd is toch wat van die wijsheid verloren, en is op het gevoel gaan leven. Het individu, dat zelfstandig kiest om in een groep te gaan leven, wordt door de individualiteit gedwongen zo min mogelijk in de maatschappij, wat de moderne opvolger van de roedel is, te leven, maar steeds zichzelf als lichtend voorbeeld te nemen. Het Ik Ben en Ik Wil zijn steeds belangrijker geworden, Zij Zijn is steeds minder belangrijk geworden. De Homo Lupus is namelijk in de roedel niet langer belanghebbend. En daarbij komt een verschil naar voren dat niet strookt met het beeld dat Hegel heeft, en hoe het volgens hem zou moeten zijn.

Hegel betoogt namelijk niet alleen dat individualiteit een gevoel is, en dat dit gevoel heerst over het individu. Hij betoogt ook dat dit gevoel gestuurd wordt door het karakter: "maar ze is wel een gevoel dat aan het karakter verbonden is." Het karakter is niet een van die dingen die steeds in verandering zijn. Het karakter kan op zich wel veranderen, maar daar is een sterke geesteskracht voor nodig. Iemand die beslissingen neemt op basis van het gevoel doet dit niet zonder een deel van het karakter daarin mee te nemen. Dat karakter beïnvloed dus de keuze en maakt dat verschillende mensen in dezelfde situatie andere keuzes kunnen maken, die allemaal even ethisch en even juist kunnen zijn. Het gevoel, en daarmee de keuzes die worden gemaakt, zijn dus afhankelijk van het karakter. Dat karakter is echter veel minder individueel dan het gevoel. Zo zegt Hegel: Dit is onverbreekbaar één met het algemene, wat ik vertaald heb als: direct verbonden met algemene waarheden. Algemene waarheden, zoals het woord al zegt, zijn algemeen, of universeel, en daarbij per definitie niet individueel in de zin van individueel als dat het individu op zichzelf het hoogste goed is.

Niet het Ik Ben of het Ik Wil staan voorop, maar het karakter dat wij ontvangen hebben, dat dus van ons allemaal is. Het Wij Zijn en Wij Willen betekend ook dat het algemeen karakter zo goed mogelijk tot het recht komen moet. Tegenwoordig wordt dit zelfontplooiing genoemd. Zelfontplooiing is in feite echter wat anders, want vooral gebaseerd op individualiteit en het gevoel. Het karakter is echter ethisch en gericht op de ethiek. Daarbij kan een dag van het individu zeer nuttig zijn. Zolang het is om de mens bewust te maken van de zichzelf als individu binnen een groep, een individu met een karakter, een ethiek en een groepskarakter.